Advies groep 5
Probleem analyse
Groep 5 heeft juf Annemiek.
Zij heeft en houdt de touwtjes strak in handen met veel regels en dat vinden de kinderen erg verwarrend.
De kinderen weten dus daardoor ook niet meer wat wel en niet mag. Mede daardoor hangt er geen goede sfeer in de klas. Ook houdt juf Annemiek afstand van de kinderen zodat ze zich niet te veel hecht aan de kinderen en dus hun problemen ook niet mee naar huis kan nemen. De kinderen hebben hierdoor weinig zelfvertrouwen. De kinderen lopen vaak ook teleurgesteld weg bij de juf als zij hun verhaal hebben verteld omdat juf Annemiek niet ingaat op hun verhalen.
In plaats daarvan vindt Juf Annemiek één ding veel belangrijker en dat is het met de kinderen hebben over hun leerproces en hoe zij ze kan helpen bij hun dagtaak.
Groep 5 mist dus een veilig pedagogisch klimaat in de klas, duidelijke regels en een duidelijke hechting tussen leerkracht en leerling.
Advies voor groep 5:
Als advies, hebben wij voor Juf Annemiek de volgende punten opgesteld:
· Vaste regels in de klas/school.
· Literatuurlijst als naslagwerk voor juf Annemiek.
· Invoeren van het maatjesbord.
· Werken met het stoplicht.
· Werkblad rond het zelfbeeld.
· Kringgesprekken.
· Coaching leerkrachten
· Dalton informatie
Aangezien OBS de Kei een Daltonschool is, hebben wij tijdens het maken van het advies, de ankerpunten van het Daltononderwijs meegenomen. Het door ons bedachte advies, zal aansluiten bij deze ankerpunten en ze versterken.
Vaste regels in de klas en in de school
· Wij laten elkaar uitpraten in de klas/school!
· Help elkaar als het niet lukt!
· Schoppen, slaan en schelden, daar doen wij niet aan mee!
· We blijven van de spullen van iemand anders af, lenen mag natuurlijk, maar dan eerst even vragen.
· Aan pesten doen wij niet mee!
· Heb je ruzie en kom je er samen niet meer uit? Ga dan naar de juf of meester!
· We lopen in de gang en de klas!
· Een stoel heeft 4 poten, deze gebruiken we dan ook!
· We gaan zorgvuldig om met de spullen in de klas.


Maatjesbord
Om de samenwerking en de zelfstandigheid ook binnen de groep van juf Annemiek te bevorderen, en dat de kinderen het overzicht krijgen wanneer iets mag en niet mag, bieden wij het maatjesbord aan. Het maatjesbord gaat als volgt in werking:
De klas wordt in twee groepen gedeeld. Vervolgens wordt iedere leerling gekoppeld aan een “maatje”. In de klas komt een maatjesbord te hangen, op dit maatjesbord kunnen de leerlingen zien wie hun “maatje” is. De “maatjes” werken samen tijdens sommige opdrachten en proberen elkaar te helpen wanneer ze er zelf niet uitomen. Door het invoeren van het maatjesbord in groep 5 kan juf Annemiek toch afstand houden en tegelijkertijd ook de kinderen helpen bij hun leerproces. De kinderen werken gedurende een bepaalde periode (een maand) samen. De leerkracht kan de “maatjes” naar eigen idee indelen. Het is verstandig om de kinderen van verschillende niveaus aan elkaar te koppelen. Op deze manier kunnen de kinderen veel van elkaar leren. De “maatjes” zullen voornamelijk tijdens de onderwijsactiviteiten waarbij er samen moet worden gewerkt, samenwerken. Daarnaast kan de leerkracht naar eigen idee het “maatjessysteem”vaker inzetten. Het is raadzaam om tijdens de opstartperiode van het “maatjessysteem”regelmatig met de kinderen te evalueren. Daarbij kan de leerkracht de volgende vragen stellen:
· Wat ging goed tijdens het samenwerken?
· Wat hadden jullie anders kunnen doen tijdens het samenwerken?
· Hebben jullie elkaar goed kunnen helpen tijdens het samenwerken?
· Was het leuk om samen de opdracht te doen?
“Samenwerking kan blijken uit het samen oplossen van een probleem… Uit hulp bij een andere leerling gaan vragen. Het komt ook voor dat een leerling ziet dat een medeleerling vast zit en dan besluit hulp te gaan bieden. Samenwerken blijkt ook als men respecteert dat de leerling alleen aan zijn eigen taak wil werken.
Het samenwerken, wordt door de leerkracht zoveel mogelijk aangemoedigd, al behoudt elke leerling het volledig erkende recht ervoor te kiezen om alleen te werken.
Dat aanmoedigen is geheel en al in de lijn van miss Parkhurst, die de school wil socialiseren en er een samenwerkende gemeenschap van wil maken.
De school is dan de proeftuin waar de leerlingen ervaringen opdoen, waar zij later in de maatschappij alleen maar voordeel aan hebben”
1996,Janssen,C.J., Daltononderwijs om een goede school, pagina 62
Werken met het stoplicht
De groep van juf Annemiek is al redelijk zelfstandig maar ze hebben erg weinig zelfvertrouwen. Omdat zelfstandigheid ook in groep 5 heel belangrijk is, hebben we ook gekozen om hier het stoplicht systeem in te voeren. De kinderen leren hierbij om te gaan met samenwerken en uitgestelde aandacht van de leerkracht. Het stoplicht moet op een goed zichtbare plek in de klas hangen. Bij voorkeur op het bord. Het is belangrijk dat er consequent gebruik wordt gemaakt van het stoplicht. Rood is dan ook echt rood, er mag niet gepraat worden! De leerkracht moet ook tijdens de instructies goed rekening houden met het stoplicht. Aangezien er gepraat moet worden, tijdens de instructie, hoort het stoplicht dus niet op rood te hangen.
Wanneer het stoplicht niet consequent gebruikt wordt, kan dit ten nadele komen van de werking.
Het stoplicht werkt als volgt:
Wanneer het stoplicht op rood staat, mag er geen overleg plaatsvinden tussen de leerlingen. Ook de leerkracht mag niet gestoord worden, wanneer het stoplicht op rood staat. Juf Hetty is op deze momenten goed is staat om leerlingen te helpen aan de instructietafel, indien dit nodig is. De kinderen die een vraag aan haar hebben, moeten deze eerst overslaan. Later kunnen zij terug komen op deze vraag.
Wanneer het stoplicht echter op oranje staat, mogen de leerlingen na de instructie overleggen met hun “maatje”. De kinderen kunnen elkaar helpen. De leerkracht mag niet gestoord worden wanneer het stoplicht op oranje staat.
Staat het stoplicht op groen, dan mogen de leerlingen overleggen met hun “maatjes” en mag de leerkracht om hulp worden gevraagd.
Kringgesprekken
Kringgesprekken zijn van wezenlijk belang in een groep waarbij de verschillen erg groot zijn. In kringgesprekken kunnen onderwerpen aan bod komen, die gevoelig liggen in de groep.
Voor een klas als die van juf Annemiek zijn kringgesprekken ook erg belangrijk. Wanneer tijdens kringgesprekken een veilige sfeer hangt, kunnen kinderen een open houding aannemen. Ze zijn dan eerder in staat om over dingen te praten die als “eng” worden beschouwd.
Een onderwerp dat juf Annemiek zou kunnen aan behandelen tijdens een kringgesprek, is zelfbeeld/ zelfvertrouwen.
“Voor elk kind geldt dat door succes de zelf waardering stijgt en het zelfvertrouwen toeneemt. Zelfvertrouwen wijst naar de positieve verwachtingen van het individu dat het taken tot een goed einde zal brengen.”
2006,Van Beemen,L,WoltersNoordhoff,Ontwikkelingspsychologie,pagina157.
Mogelijke gespreksonderwerpen voor kringgesprekken voor juf Annemiek:
· Gevoelens
· Zelfbeeld
· Emoties
· Mag ik een eigen mening hebben?
Na aanleiding van een kringgesprek kan juf Annemiek de kinderen een werkblad laten maken. Door de kinderen een werkblad te laten maken, zijn de kinderen zelf intensiever bezig met het onderwerp.
Hieronder bevindt zich een voorbeeld van een werkblad dat gebruikt kan worden bij o.a. gevoelens, zelfbeeld etc… Deze kan ook gebruikt worden op het digitale schoolbord.
Werkblad
Werkblad: Wie ben ik?
Mijn profiel.
Mijn naam is:__________________________
Mijn leeftijd is:_________________________
Ik woon op:_____________________________________________________
Ik heb een: Vader – Moeder- broer(tje) – Zus(je).
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Hoe zie ik eruit:
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ik als persoon.
Mijn vrienden zijn:
______________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat vind ik leuk:
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Waarom vind ik dit leuk:
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Waar ben ik goed in:
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Waarom ben ik daar goed in:
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat vind ik minder leuk:
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Waarom vind ik dit minder leuk:
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Waar ben ik minder goed in:
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Waarom ben ik daar minder goed in:
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat zou ik daar aan kunnen doen:
_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Dit ben ik.
Coaching leerkrachten
Omdat juf Annemiek als probleem heeft dat ze te veel afstand houdt bij de kinderen en hierdoor het zelfvertrouwen van de kinderen niet mee bevorderd, is het goed als ze hiervoor een coach inschakelt die haar kan helpen toch meer hechting met de kinderen te krijgen en tegelijkertijd toch niet hun problemen mee naar huis neemt.
Lies te Velde is een werkveldcoach en coacht leerkrachten die o.a.:
· Balans zoeken tussen werk en privé.
· De grenzen beter wil (leren) bewaken.
Contact:
Lies te Velde
(Coach voor leerkrachten)
De Wieken 125
1622 GT Hoorn
Tel: 06 44373640
Voor meer informatie:
Door deze coaching zou juf Annemiek al een deel van haar probleem kunnen oplossen.
Omdat juf Annemiek ook veel problemen heeft met hechting bij de kinderen omdat zij de problemen van de kinderen niet mee wil nemen naar huis. Ontstaat er bij de kinderen minder zelfvertrouwen.
Gelukkig zijn er cursussen voor die kunnen helpen bij hechtingsproblemen.
ZO is een nieuwe groepspraktijk van vrijgevestigde zorgverleners. Mensen met ervaring binnen jeugdhulp, GGZ, LVG en onderwijs.
“Onze werkvorm is simpel; als het klikt en we resultaat bereiken werken we zolang als nodig is. Als het niet zo is bedenken we met u wat wel nodig is.”
Contact:
De Linde 11
8939 BT Leeuwarden
Tel: 058 2800 920
Voor meer informatie: