Maatjesbord
Maatjesbord
Om de samenwerking en de zelfstandigheid binnen de groep van juf Hetty te bevorderen, bieden wij het maatjesbord aan. Het maatjesbord gaat als volgt in het werk:
De klas wordt in twee groepen gedeeld (dit zijn de 2 voormalige kleutergroepen). Vervolgens wordt iedere leerling gekoppeld aan een “maatje” Dit is een leerling uit de andere groep 2.
In de klas komt een maatjesbord te hangen, op dit maatjesbord kunnen de leerlingen zien wie hun “maatje” is.
De “maatjes” werken samen tijdens sommige opdrachten en proberen elkaar te helpen wanneer ze er zelf niet uitomen.
Door het invoeren van het maatjesbord leren de kinderen van de verschillende klassen elkaar beter kennen. De kinderen werken gedurende een bepaalde periode (een maand) samen.
De leerkracht kan de “maatjes” naar eigen idee indelen. Het is verstandig om de kinderen van verschillende niveaus aan elkaar te koppelen. Op deze manier kunnen de kinderen veel van elkaar leren.
De “maatjes” zullen voornamelijk tijdens de onderwijsactiviteiten waarbij er samen moet worden gewerkt, samenwerken. Daarnaast kan de leerkracht naar eigen idee het “maatjessysteem”vaker inzetten.
Het is raadzaam om tijdens de opstartperiode van het “maatjessysteem” regelmatig met de kinderen te evalueren. Daarbij kan de leerkracht de volgende vragen stellen:
- Wat ging goed tijdens het samenwerken?
- Wat hadden jullie anders kunnen doen tijdens het samenwerken?
- Hebben jullie elkaar goed kunnen helpen tijdens het samenwerken?
- Was het leuk om samen de opdracht te doen?
“Samenwerking kan blijken uit het samen oplossen van een probleem… Uit hulp bij een andere leerling gaan vragen. Het komt ook voor dat een leerling ziet dat een medeleerling vast zit en dan besluit hulp te gaan bieden. Samenwerken blijkt ook als men respecteert dat de leerling alleen aan zijn eigen taak wil werken.
Het samenwerken, wordt door de leerkracht zoveel mogelijk aangemoedigd, al behoudt elke leerling het volledig erkende recht ervoor te kiezen om alleen te werken.
Dat aanmoedigen is geheel en al in de lijn van miss Parkhurst, die de school wil socialiseren en er een samenwerkende gemeenschap van wil maken.
De school is dan de proeftuin waar de leerlingen ervaringen opdoen, waar zij later in de maatschappij alleen maar voordeel aan hebben.”
1996,Janssen,C.J., Daltononderwijs om een goede school, pagina 62.